Inloggen

Australië


Het Scheldeloodsenkoor was in 1998 en in 2001 in Australië.



In januari 1998 vertrok het Scheldeloodsenkoor voor een concertreis van ruim vier weken naar Australië en Tasmanië. Dit ter gelegenheid van de bouw van een replica van het voormalige VOC schip ‘Duyfken' in Fremantle. De organisatie van deze reis, waarin veel werd gevlogen, en het verblijf op Bali was ondergebracht bij Rob Musquetier van de Scheveningse touroperator ‘Travel Time' dat ook de reis naar Malta had georgani-seerd. Hadden we Rob op deze reis al beter leren kennen, op de reis naar Australië, die hij ook bijna helemaal met ons mee maakte, ontpopte hij zich als een ras-entertainer die voor veel hilarische momenten zorgde. Aangezien onze dirigent Léon niet voor zo'n lange tijd weg kon, stond deze reis onder muzikale leiding van (oud) dirigent Philip Fey. Een reis die mede mogelijk werd gemaakt door de inzet van onze ‘road-managers' ter plaatse. Via Singapore, waar van een paar dagen rust werd genoten om te acclimatiseren, vlogen we door naar Perth aan de westkust van Australië.


Perth/Fremantle

De koorleden logeerden bij gastgezinnen. Evenals bij voorgaande reizen resulteerde dit soms in vriendschappen voor het leven. Gastheer van het koor was hier de ANSWA, de Associated Netherlands Society in Western Australia. Na een warme ontvangst op de luchthaven werd er een druk programma afgewerkt met optredens op velerlei plaatsen waar-onder uiteraard op de scheepswerf in Fremantle waar de 'Duyfken' in aanbouw was. Verder in het Maqaurie openluchttheater en tijdens een barbecue aan de oever van de prachtige Swan River. Vooral de oud-Hollandse liedjes die we speciaal voor deze reis op het repertoire hadden staan, zorgden voor emotionele momenten bij de vele emigranten. Sightseeing trips werden gemaakt naar Waverock, het Nationale Park de ‘Pinnacles' en het voor de kust gelegen Rottnest Island, waar we Hollandse namen als ‘Willem de Vlamingh' tegen kwamen.



Sydney

Vervolgens stond Sydney op het programma. Sail Sydney bood alles wat een groot Sail evenement behoort te bieden, met optredens op schepen en officiële ontvangsten o.a. door de Nederlandse ambassadeur. Dat resulteerde dan weer in een schitterende eersterangsplaats tijdens een vuurwerk zoals dat alleen in Australië plaats vindt. Het koor logeerde hier op de campus van de New South Wales University in Sydney. De schitterend aan het water gelegen stad bood meer dan voldoende afwisseling en vertier. Eén van de hoogtepunten was de Streetparade op 26 januari, ‘Australian Day'. Een parade waarin drumbands, vele Tall Ships bemanningen en dus ook wij participeerden. Zo trok het Scheldeloodsenkoor met de Nederlandse driekleur en onze eigen koorvlag voorop over de brede boulevards van Sydney. In een lange kleurrijke stoet, toegejuicht door duizenden mensen langs de route, waaronder veel emigranten, onder begeleiding van marsmuziek en eigen gezang, een onvergetelijke ervaring. Nadat we een laatste optreden verzorgd hadden in Sail City in Darling Harbour zaten we weer frontloge voor de afsluiting van Sail Sydney met een indrukwekkend vuurwerk.


Melbourne

Na Sail Sydney vertrok de Tall Ship's vloot naar Hobart op Tasmanië. Tijdens deze overtocht van een week, namen wij van de gelegenheid gebruik om Melbourne te bezoeken. Hier stond een groot benefietconcert op het programma voor de stichting ‘Dutch Care Nursing Home' in Victoria. Dit gebeurde in samenwerking met een gelegenheidskoor dat was opgericht tijdens de 50ste herdenking van de bevrijding in Nederland. Het concert werd gegeven in het Ringelwood theater. Tijdens de afterglow waren de oude Nederlandse smartlappen een gewaardeerde aanvulling op ons programma. Verder werd een concert gegeven in de Titanic club en aan boord van het museumschip de ‘Polly Woodside'. Dit laatste optreden vond plaats in samenwerking met de bekende Australische shantyman Danny Spooner. In Melbourne genoten we volop van de relatief veel vrije tijd en bezochten vele bezienswaardigheden in de stad waaronder de prachtige botanische tuinen. Enkele koorleden maakten ook gebruik van de gelegenheid om in de bloedhitte enkele wedstrijden van de ‘Australian Open' te bekijken. Helaas werden in Melbourne ook veel koorleden ziek, waarschijnlijk door een virus opgelopen in Singapore. Dokters werden bezocht en veel medicijnen geslikt om de reis te kunnen vervolgen.


Tasmanië

Hoogtepunt van de reis naar ‘Down Under' was het bezoek aan Tasmanië. De oversteek vanuit Melbourne werd gemaakt met de ferry ‘Spirit of Tasmania'. Dit was voor veel zeeloodsen onder ons een bekend schip dat nog voor de Olau gevaren had op de route Vlissingen-Sheerness en steeds een loods voor de hele reis aan boord had. Dit deel van de reis werd georganiseerd door onze gastheer de ‘Dutch Australian Society Abel Tasman'. Hier kregen we de beschikking over een eigen dokter, Dr. Freddy, die de nog zieke koorleden verder oplapte. Het bestuur van deze vereniging en ook de Nederlandse Honorair Consul hadden zich bijzonder verdienstelijk gemaakt door een druk maar zeer mooi en afwisselend programma samen te stellen. In Devonport stond een bus klaar die ons met een leuke tussenstop, dwars over het mooie Tasmanië naar Hobart bracht. De Tall Ships waren inmiddels vanuit Sydney gearriveerd en lagen in de gezellige haven van Hobart. Naast het zingen aan boord van de schepen was er een officieel programma met een optreden en ontvangst van het koor door Burgemeester en Wethouders in de ‘Town Hall'. Verder waren er radio en TV optredens, maar was er ook voldoende gelegenheid om deel te nemen aan excursies. Zoals gebruikelijk werd ook in Hobart het Sail programma afgesloten met een Streetparade en natuurlijk waren wij hierbij van de partij. Groot was de waardering van het koor voor de gastvrijheid van de bevolking en de geweldige ontvangst door de D.A.S ‘Abel Tasman' en het stadsbestuur van Hobart.


Daartegenover was er van officiële Tasmaanse zijde ook veel waardering en erkenning voor het koor. Dit mag blijken uit de oorkonde die we kregen van de Gouverneur van Tasmanië, Mr. Tony Rundle en uit naam van het stadsbestuur bij monde van burgemeester John Freeman voor de bijdrage van het Scheldeloodsenkoor aan het welslagen van Sail Tasmania 1998. Dit resulteerde in een besluit van het bestuur van de D.A.S. ‘Abel Tasman' en het stadsbestuur van Hobart om als blijvende herinnering aan het bezoek van het Scheldeloodsenkoor aan Tasmanië, een bronzen plaquette aan te brengen op de ‘Abel Tasman Memorial'. Een grote eer waar we met recht trots op mogen zijn.






Een jaar later, op 20 februari 1999, werd deze plaquette onthuld door de burgemeester van Hobart, Mr. John Freeman. Voor deze bijzondere gelegenheid waren onze toenmalige voorzitter André Bakker en oprichter en erevoorzitter van het Scheldeloodsenkoor Albert Veldkamp, wederom afgereisd naar Tasmanië. De onthulling vond plaats in het bijzijn van de Honorair Consul van Nederland Mr. George Huizing, de voorzitter van de vereniging ‘Abel Tasman' Dr. Freddy von Schmidt auf Altenstad en verder vele genodigden. De plaquette is later op het monument zelf aangebracht. Ter afsluiting van deze reis werd een weekje uitgerust op het prachtige Bali.





Hieronder een reisverslag van onze accordeonist Monty van Belzen dat hij schreef voor het personeelsblad van de Provinciale Zeeuwse Courant (zijn werkgever)

Vier weken "Down Under".

Zoals inmiddels wel genoegzaam bekend moge zijn, is mijn vrije tijd nogal eens gevuld met activi­teiten als accordeonist voor het Scheldeloodsenkoor. Voor wie dit koor niet kent: dit bestaat uit actieve en niet meer actieve ri­vier- en zeeloodsen (totaal zo'n tachtig man), die onder leiding van een beroepsdirigent de werkliederen en ballades zingen zoals deze in de tijd van de grote zeilschepen aan boord gezongen werden om het werk enigszins dragelijk te maken.

Het Scheldeloodsenkoor bestaat ruim 26 jaar en heeft inmiddels zeven geluidsdragers gemaakt, waarvan de laatste vier in de vorm van een CD.

Na diverse buitenlandse reizen in de loop der jaren (Polen, Duitsland, En­geland, Malta, Oostenrijk, Amerika en Rusland) had men nu het plan opgevat om het nog iets verderop te zoeken............Australië.

De aanzet hiervoor in het voorjaar van 1997 was een site op Internet over de bouw van een replica in Fre­mantle (Western Australia) van het VOC -schip" De Duyfken", dat in het jaar 1606 de Westkust van Australië ondekte. Op die Internetpagina was zelfs een stukje van een van de eer­ste LP's van het koor te horen. Contacten werden gelegd met de organisatie die hier achter zat en het idee werd geboren om een concert­reis door Australië te organiseren. Behalve Fremantle -dat zo'n 20 kilo­meter van Perth verwijderd ligt- wer­den ook Sydney, Melbourne en Hobart (op Tasmanië) in het pro­gramma opgenomen. Om het tijdverschil enigszins te over­bruggen, werd besloten, alvorens naar Perth te vliegen, om eerst een dagje Singapore te doen.
Hieronder, dankzij het met enige re­gelmaat bijgehouden dagboek, het verhaal van vier weken zomervakantie in januari 1998.


Dinsdag 13-01-98

Een drukte van belang op de Vlis­singse boulevard, waar we worden uitgezwaaid door familie (in mijn ge­val vrouw en kinderen), koorleden die hadden besloten de reis niet mee te maken en Omroep Zeeland.


Woensdag 14-01-98

Om ongeveer 18.30 uur plaatselijke tijd landen we veilig op Singapore Changi Airport om vervolgens met de bus vervoerd te worden naar ho­tel "Concorde". Eenmaal buiten het bereik van de airconditioning in het vliegtuig en op het vliegveld, valt de vochtige tropische warmte als een klamme deken op ons; het is buiten nog zo'n 28 graden. Na een verfrissende douche in het hotel en na omgekleed te zijn in kor­te broek en veel te toeristisch bloe­metjesoverhemd, zwermt de groep uit over Singapore om lekker buiten een hapje te gaan eten. Gewoon je neus achterna en je komt vanzelf in een buurt terecht met allemaal klei­ne restaurantjes waar je van de heerlijkste Aziatische gerechten kunt genieten. Het scheelt overigens wel als je een plattegrond bij je hebt of met ie­mand meeloopt die de weg een beetje kent in deze wirwar van straatjes en pleintjes!


Donderdag 15-01-98

Voor de volgende dag is er 's och­tends een excursie gepland om wat meer van Singapore te zien en be­zoeken we o.a. The National Orchid Garden (de grootste orchideeëntuin ter wereld), Little India Town, China Town en een Chinese tempel. In China Town is het een drukte en door-elkaar-heen-geschreeuw van belang en proberen de handelaren allerlei spullen aan je te verkopen die je niet nodig hebt. Ik word door een kleermaker zijn winkeltje ingepraat waar hij vervolgens probeert om mij een kostuum aan te meten. Van­daag maar even niet. Enige hîlariteit als degene die het tijdschema in de gaten houdt niet op tijd in de bus is; hij heeft zich een pak aan laten meten dat nog de vol­gende nacht in het hotel bezorgd zal worden, zo is hem verzekerd. 's Middags heeft iedereen niet zo veel puf meer en brengt het zwem­bad (gelegen op een plat dak naast de zesde verdieping van het hotel) verkoeling. Na 's avonds nog genoten te heb­ben van een (veel te overdadige) rijsttafel is het om 23.30 uur de hoogste tijd om de hotelkamer op te zoeken, want de volgende ochtend worden we om 05.30 uur al ver­wacht voor het ontbijt, omdat we al vroeg op het vliegveld moeten zijn om in te schepen voor Perth. Om 01.30 uur gaat de telefoon nog op de hotelkamer: het bestelde kos­tuum voor mijn kamergenoot is net afgegeven aan de balie van het ho­tel.

Vrijdag 16-01-98

Na het ontbijt stapt het hele gezel­schap om 06.30 uur in de bussen om vervoerd te worden naar het vliegveld om in te checken voor Perth. Na wat heen en weer ge­schuif met tickets, waardoor enkelen van ons per Business Class moeten reizen omdat er wat mis is gegaan in de computer, stijgen we rond half tien op om vervolgens zo'n goeie vier uur later voor het eerst voet te zetten op Australische bodem. Eer dat iedereen goed en wel door de douane is, is het inmiddels ruim anderhalf uur later. Maar in de hal van het vliegveld staan onze gastgezinnen gelukkig nog steeds op ons te wachten. Mijn gastouder stelt zich in onvervalst Rotterdams voor; hij is zevenenveer­tig jaar geleden als jochie van zeven jaar met zijn ouders naar Australië gekomen. Op mijn vraag of hij in Rotterdam geboren is, antwoordt hij "Ken je dat horen, dan?" Zijn vrouw is afkomstig uit Utrecht en woont hier" nog maar" negen­endertig jaar. De bagage wordt in de pick-up ge­gooid en we worden meegenomen naar de heuvels van Glen Forrest, zo'n twintig kilometer rijden vanaf het vliegveld, en we krijgen al direct een indruk van dit onmetelijke land: zand en stenen met daar dwars doorheen een weg. Na enige echte Australische biertjes op de veranda van de royale bunga­low, waar in de tuin de wilde pape­gaaien af en aan vliegen, en daarna een echt Australian Roast Dinner (aardappelen, uien, pompoen en vlees door elkaar) is het deze dag voor ons weer welletjes geweest. Bovendien: onze gastouders zijn ten­slotte ook niet gewend om zo lang achter elkaar Nederlands te spreken.


Zaterdag 17-01-98
Vanochtend laten onze gastouders de omgeving van Perth zien en bezoeken we "Mundeering Weir", een stuwdam die een jaar of drie gele­den nog overstroomd is. Gezien de niet echt overvloedige re­genval in dit deel van Australië een unicum; de laatste keer dat dit ge­beurde was in 1977. 's Middags zijn er verplichtingen voor het koor en hebben we twee optredens, waarvan één voor het in aanbouw zijnde VOC -schip "De Duyfken" en één in het maritiem museum voor de restanten van "De Batavia". 's Avonds staat nog een barbecue gepland bij Matilda Bay aan de Swan River, waar het inmiddels toch wel enigszins afgekoeld is, maar met de warmte van de barbecues toch aangenaam toeven is. Uiteraard moet de accordeon "even" uit de koffer en zodoende is er 's avonds een polonaise in Perth.


Zondag 18-01-98

Vandaag een bezoek aan het Cohu­nu Koala Park, waar we voor de eerste keer ook zien dat niet alleen pasgeboren kangoeroes een veilig heenkomen zoeken in de buidel van moeders, maar dat ook grote exem­plaren nog weleens de veilige moe­derbuik opzoeken. In het dierenpark had men natuurlijk ook koala's (zoals de naam van het park al deed vermoeden), wombats en struisvogels. Op zo'n mooie zondagmiddag is het een goeie Australische gewoonte om met een paar vrienden wat te gaan drinken in één van de vele café's die het land

rijk is, en meestal wordt er dan ook nog gedanst en gezongen op de muziek van een "Bushband". Deze muziek lijkt een beetje op country & western, over­goten met een Australisch sausje. De meeste liedjes zijn heel simpel met veelzeggende titels als "Pub with no beer", "Have a beer with Dun­can" en "Click go the shears" (over het schapen scheren). Maar voor een doorsnee Aussie de muziek om een pot bier bij te drinken. 's Avonds is er een groot concert ge­pland in het Quarry Amphitheater, waar behalve het ScheIdeloodsen­koor ook optredens van "The Magic Big Band" en "The Dutch Singers" te verwachten zijn. Helaas kan de geluidsinstallatie het allemaal niet zo goed bolwerken, maar de ruim 700 toeschouwers hebben, getuige de staande ovaties, een fantastische avond. Aan het einde van het concert wordt nog gezamenlijk een serie afgewerkt van liederen zoals "De draaiersjon­gen" (in een blauw geruite kiel), "Naar Zee" (ferme jongens, stoere knapen) en "Ik hou van Holland". Als uitsmijter "I Still Call Australia Home", een lied met een hoog "Vera Lynn-gehalte".


Maandag 19-01-98
Vandaag is gereserveerd voor de ­reeds in Nederland geplande excur­sies. Sommigen hebben gekozen voor een vier uur durende busreis naar de "Wave Rock", anderen voor een rit met een four wheel drive naar de Pinnacles, een aantal rotsen langs de kust. Voor ons was het Rott­nest Island geworden, een vakantie­eiland voor de kust met hele aparte dieren: Quokka's. Dit zijn een soort minikangoeroes, maar ze lijken het meest op buidelratten. De naam van het eiland was oorspronkelijk dan ook Ratsnest Island, omdat ook de ontdekkers meenden met ratten van doen te hebben. De activiteiten beperken zich van­daag tot: 1 ) Tochtje met de "Under­water Explorer"; een schip met ramen onder de waterlijn zodat we een blik konden werpen op de zee­bodem met scheepswrakken en al­lerlei vissen die hier rondzwemmen; 2) Lekker lunchen in het plaatselijke hotel; 3) Een bustrip over het eiland; 4) Luieren op het strand; 5) Uitge­breid Japans(l) dineren.

Dinsdag 20-01-98

Vandaag koffers pakken om door te reizen naar Sydney, toch een vlieg­reisje van zo'n zes uur en eenmaal daar aangekomen zitten we nu op een tijdverschil van 10 uur later t.o.v. Nederland. Even opletten dus bij het opbellen naar het thuisfront. Op weg naar de uitgang van het vliegveld komen we langs de drankenwinkel en willen sommigen nog even belastingvrij inslaan. Echter, na het laten zien van de boardingcard moet(en) de fles(sen) terug in het rek omdat we nu gewoon binnen­landse reizigers zijn. Om ongeveer 20.00 uur arriveren we in de Kensington Colleges, welke bij de University of New South Wales horen. Hier zullen een aantal van ons in de loop van de week nog geveld wor­den door een virusje dat blijkbaar uit Singapore meegereisd was (40 gra­den koorts en een dag of 3 plat voor zo'n 15 man/vrouw onder ons, ge­lukkig niet allemaal tegelijk). De ac­commodatie is hier goed maar eenvoudig en aangezien het weder­om een vermoeiende dag was voor de meesten onder ons, wordt het 's avonds niet al te laat gemaakt.

Woensdag 21-01-98
Hoera, het ontbijt is echt Engels (spaghetti, witte bonen, paddestoelen, eieren, bacon en aardappel koe­ken). Behalve de koorrepetitie van 09.00 - 10.00 uur zijn er voor de rest van de dag geen verplichtingen. Ik benut deze dag om Sydney (te voet) te verkennen, waar ik midden in de festiviteiten van het 10-jarig bestaan van Darling Harbor beland met o.a. een waterski-spektakel. In de stad zelf gonst het van de acti­viteiten en kom je oren en ogen tekort om alles in je op te nemen. In een van de vele pubs, waar ik heel onschuldig een "Victoria Bitter" be­stel, vraagt de dame achter de bar of ik uit een ander deel van Au­stralië kom. Een "local" vraagt namelijk altijd om een VB (spreek uit vie­bie). Grote glazen worden hier "schoeners" genoemd, dus de ko­mende dagen zou de kreet" A schooner of VB" nog veel gebezigd worden.

Donderdag 22-01-98

Ook deze dag begint (uiteraard na het ontbijt) met repetitie voor het koor, aangezien er voor 's middags een optreden op een Mexicaans schip gepland is. Dit wordt dus aan boord van de "Pallada", een Russisch schip. Sommige dingen veran­deren snel. Samen met de andere muzikanten van het koor zorg ik er 's ochtends al voor dat de instrumenten in de buurt van het podium opgeslagen kunnen worden, zodat we niet persé terug moeten naar ons "hotel" voor het optreden 's middags. Samen met een collega-muzikant bezoek ik daarna nog de botanische tuinen van Sydney, van waaruit je een schitterend uitzicht hebt op het Opera House en de Harbour Bridge.
Vrijdag 23-01-98
Vandaag moeten we vroeg op, want we moeten om 09.00 uur al insche­pen op een showboot, een rader­boot van het Mississippi-Queen type. Uiteindelijk vertrekt de boot pas om 11.00 uur voor een rondvaart door de havens van Sydney, met voor de gasten (behalve de echtgenotes van de koorleden nog zo'n 15 man/vrouw) aan boord een optreden van het River Scheldt Pilots Choir, zoals wij in het buitenland heten. De mid­dag is vervolgens weer vrij en bren­gen velen van ons door op een van de schitterende stranden van Sydney. Ik besluit naar Coogee Beach te gaan, op 15 minuten lopen van ons "hotel", en ontdek dat je het beste een zonnebrandcréme met bescher­mingsfactor 20 kunt gebruiken. Als je goed wilt verbranden, moet je vooral op het heetst van de dag in de zon en dat heerlijke verkoelende zeewindje gaan liggen.

Zaterdag 24-01-98

We komen tot de ontdekking dat het ook kan regenen in Australië, en juist voor vanmiddag staat de Street­parade gepland. Maar goed, deze zou om 15.00 uur van start gaan en tegen die tijd was het gelukkig weer droog. In Hyde Park (Sydney heeft dat dus ook) verzamelen de beman­ningen van de schepen zich om ver­volgens in een grote optocht door de straten van Sydney te paraderen, zo ook het Scheldeloodsenkoor met voorop een accordeonist die daarna uitgewrongen kon worden, want de temperatuur was zo langzamerhand tropisch geworden en werd 's avonds dan ook geblust met een echte tropische regenbui. Wij zaten toen lekker binnen om een hapje te eten in het Rainforest Café (hoe toe­passelijk). Op het menu stond die avond o.a. Barramundi (een heerlijke zoetwatervis uit de kreken en moe­rassen van Noord-Australië), kan­goeroe voor de liefhebbers (ik heb pas ergens gehoord dat er inmiddels meer kangoeroes dan mensen in Australië leven), of gewoon Witjuti Grubs ("origineel" Aboriginal-voed­sel bestaande uit insectenlarven e.d.) Dit laatste gerecht heb ik ove­rigens bij niemand op zijn bord zien liggen.


Zondag 25-01-98
Vandaag breng ik een bezoekje aan het Opera House met enkele achter­blijvers. Het overgrote deel van het gezelschap reist 's ochtends in alle vroegte af voor een excursie naar de Blue Mountains. 's Avonds horen we dat dit bij de meesten behoorlijk is tegengevallen. We zijn wat betreft natuur in Europa behoorlijk verwend, denk ik. Na het Opera House, met daarin op­genomen de Concert Hall (2690 zit­plaatsen), het Opera Theatre (1547), het Drama Theatre (544), het Play­house (398) en daarnaast 5 repeti­tiestudio's, 4 restaurants, 6 theaterbars en ga zo nog maar even door, gaan we nog even naar China Town, het Aquarium (een soort Seaworld waar de haaien en roggen langs en boven je zwemmen door een ingenieus systeem van glazen wanden en tunnels).

Maandag 26-01-98

Het is vandaag "Australia Day", een dag die bol staat van de festivitei­ten,onze laatste dag in Sydney met 's ochtends een optreden in de St. Stephen Church en 's avonds bij het Maritiem Museum, waarna we nog genieten van een schitterend vuurwerk. En dit is echt wel een an­der vuurwerk dan tijdens de Vlissing­se kermis!!! De in Sydney ter gelegenheid van "Sail Sydney" aanwezige Tall Ships zijn in de loop van de middag reeds vertrokken voor een zeilrace naar Hobart op Tasmanië. Die zien we volgende week dus weer terug. Wij gaan voorlopig eerst even naar Mel­bourne.




Dinsdag 27-01-98

Halverwege de middag arriveren we in het St. Mary's College in Melbour­ne, dat een beetje doet denken aan een klooster qua opzet. In tegenstel­ling tot Sydney, waar we een goed uur lopen van de stad zaten, waren we hier binnen 5 minuten te voet in hartje Melbourne. Even wennen aan de nieuwe omgeving, maar hier zijn we vlug gewend aan het overzichtelijke centrum met een gratis tram langs de rand hier­van, de Italiaanse wijk met veel te veel restaurants op twee minuten lo­pen van het College en de vriendelij­ke mensen.

Woensdag 28-01-98
Vandaag zijn we "vrij" en staat ons een excursie te wachten naar de "Great Ocean Road". Deze voert langs een steile kliffenkust, en staat ook wel bekend als de "Shipwreck Route". Er zijn hier in de vorige eeuw nogal wat schepen te pletter geslagen op de rotsen. De golven zijn hier iets hoger dan bij Westka­pelle en surfen kun je beter ook maar laten. Heel mooi was het uit­zicht over o.a. de zogenaamde twaalf apostelen; een naam gegeven aan een aantal in de zee staande stukken rots die vroeger deel uitmaakten van het vasteland.

Donderdag 29-01-98

Na de koorrepetitie kan de dag weer geheel ingedeeld worden naar eigen inzicht, dus wordt het vandaag Melbourne verkennen met, evenals in Sydney, China Town, botanische tui­nen, een echt "Hard Rock Café", Planet Hollywood en warenhuizen waar de Bijenkorf dertig keer in past.





Vrijdag 30-01-98
Alweer een hele dag de gelegenheid om Melbourne te verkennen in alle hoeken en gaten, want om 18.00 vertrekt de bus pas voor een optre­den in de Titanic-club, een restau­rant dat is ingericht in de stijl van het gelijknamige onzinkbare schip, compleet met schipbreukgeluiden en een bewegende vloer. Om Melbourne goed te bekijken be­klim ik 's middags nog even de "Rialto Tower"die 253 boven de stad uitsteekt, en daarmee het op één na hoogste gebouw is van Australie. Het hoogste is de "AMP Tower Centrepoint" in Sydney; 304 meter hoog.

Zaterdag 31-01-98

Vandaag is het echt te warm om "zomaar" door de stad te gaan ban­jeren en gaan we naar

St. Kilda Be­ach, waar je je in SaintTropez waant;een lange boulevard met vo­lop palmbomen. 's Avonds is er nog een optreden aan boord van de "Polly Woodside", een in 1855 in Belfast gebouwde driemaster die afgemeerd ligt bij het Maritiem Museum.






Zondag 01-02-98

Voor vandaag is er een groot optre­den gepland met het 200 stemmen sterke "Bevrijdingskoor", met overwegend Australiërs van Nederlandse komaf. Tijdens de repetities heeft men de diensten van zowel een vio­list als een accordeonist niet nodig, omdat men de beschikking had over een organist, die de Hollandse deun­tjes zou begeleiden. Wat kun je dan anders doen dan gaan zwemmen totdat het tijd is om tijdens je eigen blokje optreden wel aanwezig te zijn. Dus klommen wij over het hek van het naast de concertzaal gele­gen zwembad om vervolgens in on­derbroek (en later zonder) wat baantjes te trekken. Ondertussen hadden zo'n 60 dames van het bevrijdingskoor het aan- en uitkleedtafereel gevolgd zonder dat wij dat in de gaten hadden.

Maandag 02-02-98
Nadat de koffers gepakt zijn en we nog een halve dag vrije tijd hebben om nog even te shoppen of gewoon lekker zitten in de tuin van ons "klooster" vertrekken we om 15.30 uur richting haven van Melbourne, waar de "Spirit of Tasmania", een schip dat ooit voor de Olau-Line dienst deed tussen Vlissingen en Sheerness, op ons ligt te wachten voor onze laatste etappe in de Aus­tralië-tour. Aan boord is een exposi­tieruimte ingericht over Tasmanië, zodat we al een beetje idee krijgen wat ons te wachten staat.

Dinsdag 03-02-98

Om ± 08.30 uur meert de boot af in de haven van Devonport, waar in de aankomsthal alle handbagage wordt besnuffeld door een hond (onder lei­ding van een douanier) zodat je ver­volgens je meegenomen fruit kunt inleveren, aangezien men nogal bang is voor eventuele ziekten die op deze manier Tasmanië binnen kunnen komen. Kilo's appels en si­naasappelen verdwijnen dan ook in de afvalbak. Enkele leden van de Dutch Austra­lian Society "Abel Tasman" staan ons op te wachten om ons per bus door Tasmanië te gidsen, richting Hobart. Tasmanië ademt echt een sfeer uit van gemoedelijkheid en gastvrijheid. Op de nummerplaten van de auto's staat dan ook" Holi­day Island". Ruimte is hier in overvloed, daar het eiÎand bijna twee keer zo groot is als Nederland en er nog geen half miljoen mensen wo­nen.Het verhaal van de T asmanian Devil, als zou deze zeer gevaarlijk zijn, wordt afgedaan met: het zijn een soort spastische biggetjes met een grote bek (met overigens zeer krach­tige kaken). Als ze echter een schaap aanvallen (Tasmanië is be­roemd om zijn wol) blijft daar niets van over, zelfs geen botje. Onderweg komen we er een paar tegen.........platgereden. Er zou ook een Tasmanian Tiger bestaan, alleen heeft geen mens die ooit gezien. Een half uur na aankomst in ons ver­blijf (het Hobart Tower Motel) zitten we weer in de bus voor een optre­den in de Town Hall.



Woensdag 04-02-98

Vandaag eerst een bezoek aan de ABC radio-studio's voor een opname en de nodige interviews met "the choir from Holland". Terug bij ons motel staan er zo' n 35 auto's voorzien van Nederlandse vlaggetjes op ons te wachten om ons een dagje de omgeving van Ho­bart te laten zien. Met een barbecue bovenop een berg met schitterend uitzicht over de oceaan en waar pa­pegaaien en roofvogels veelvuldig komen overvliegen, een bezoekje aan een tropisch regenwoud en een duik in de oceaan hebben velen van ons het gevoel in het paradijs beland te zijn.


Donderdag 05-02-98 en vrijdag 06-02-98
De optredens tijdens Sail Hobart zijn een succes (ook hier weer een streetparade, waarna dezelfde accordeonist weer uitgewrongen kan worden); bij één van de laatste op­tredens zijn zelfs mensen aanwezig die speciaal voor dat optreden van een half uur zijn komen overvliegen uit Melbourne!!!

Zaterdag 07-02-98

Onze laatste dag: nog vijf(!) optre­dens overdag en als afsluiting één aan boord van een marineschip dat afgemeerd ligt aan de kade, waar zo'n 800 mensen zitten te genieten van een diner tijdens "Opera of the Ocean", een muzikaal evenement waar diverse "echte" artiesten op­treden en ook het 'Tasmanian Symp­hony Orchestra' en waarvoor de kaartjes à $ 90,00 binnen een half uur waren uitverkocht.



Zondag 08-02-98

Het zit erop: de meesten van ons gaan nog een weekje "uitrusten" op Bali, maar ik stap in het vliegtuig om vervolgens 36 uur later weer in Vlis­singen te staan. Al met al was het een schitterende ervaring en komen de herinneringen nog iedere dag boven drijven.
Wat overblijft na deze reis zijn de foto's, video's, folders, souvenirs en vlak na de reis het idee om ook maar "down under" te gaan wonen. Maar als je verhalen hoort van de Nederlanders die er wonen, bespeur je toch wel enige heimwee en blijft het moeilijk voor de meesten om een gat te slaan van zo'n 20.000 ki­lometer tussen jezelf en je achterblij­vende familie en kennissen.


Monty van Belzen. (Met dank van het koor voor deze bijdrage)





In 2001 bezocht het Scheldeloodsenkoor opnieuw Tasmanië op uitnodiging van het gemeentebestuur van Hobart. Ditmaal om een bijdrage te leveren aan het Wooden Boat Festival en ook nu weer was de Dutch Australian Society ‘Abel Tasman' onze gastheer.






De 28ste januari vertrok het koor van Schiphol met als eerste bestemming Singapore.De stop-over was een weerzien voor onze oud K.P.M. en R.I.L. mensen. Een Chinese rondvaartyonk bracht ons naar Turtle Island in de baai, waar evenals vroeger nog vele tientallen schepen ten anker lagen. Drie dagen hadden we om alle bezienswaardigheden in deze unieke stad te bekijken alvorens we verder vlogen richting Melbourne.








Hier was ons oponthoud maar kort want onze hoofdbestemming was Hobart-Tasmanië. Eenmaal daar aangekomen was de ontvangst geweldig. Op de dag van aankomst al een interview en een optreden voor de lokale radio- en TV zender. De volgende middag een gezellige barbecue met de leden van de Hollandse kolonie, waar we vele bekenden ontmoetten van ons vorige bezoek. Het ons welbekende echtpaar Janna en Lou van Gelderen hadden een boeiende sightseeing tour van zes dagen over het eiland voor het koor uitgezet. De touringcar bracht ons via de westkust naar Devonport waar ons weer een enthousiast onthaal te beurt viel door de Hollanders aldaar. Evenals de volgende dag in Launceston verzorgden we hier optredens. De bekende Hollandse liedjes voerden de boventoon, niet ons echte repertoire, maar oergezellig. Verder langs de oostkust reden we terug naar Hobart.


Hoogtepunt hier was een concert in de nieuwe Concerthall, samen met het Tasmanian Youth Orchestra. Door de arrangementen van onze dirigent Léon Bours werd ook dit concert een groot succes. Voordat het koor vertrok kregen we nog een ontvangst en receptie aangeboden in de Townhall door de Lord Major en overige Gemeenteraadsleden.







We verlieten Tasmanië met de veerboot ‘Spirit of Tasmania' van Devonport naar Melbourne.

Ook hier wachtte ons weer een uitgebreid programma. Allereerst een tour rond de Port Phillip Bay. Vanaf Sorrento bracht de ferry ons naar Queenscliff. Hier hadden we een middagoptreden in het plaatselijke theater met tot slot een geweldige ontvangst in het loodsstation van de Port Phillip Sea Pilots.
Het volgende evenement was het Holland Festival in Melbourne, een jaarlijks gebeuren dat evenals nu, ondanks de hittegolf, altijd veel bezoekers trekt. Het enthousiasme van de koorleden was er ook niet minder om. Een laatste optreden werd verzorgd in het Maritiem Museum op de gerestaureerde bark de ‘Polly Woodside'.

Het bezoek aan Australië was hiermede ten einde. Het koor viel hierna uiteen. Sommige leden bleven nog wat langer in Australië, anderen gingen nog met vakantie naar Nieuw Zeeland of andere landen in de Oost.